NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 24 november 22-23 u + ma 27 november 22-23 u (hh)

Wenche Myhre – La Meg Være Ung (1964)
Uriah Heep – Gypsy (1970)
Big Brother & The Holding Company – Piece Of My Heart (1968)
The Stylistics – Peek-A-Boo (1972)
Badge – Gettin’ In Over My Head (1971)
Cowsills – We Can Fly (1968)
Dion & The Belmonts – I Wonder Why (1958)
Parigi – It’s Magnifique (1979)
Phoenix – Ode To Jimi Hendrix (1976)
Space Art – Onyx (1977)
Louis Prima & Phil Harris – I Wan’na Be Like You (1967)
Small Faces – Wham Bam Thank You Mam (1969)
Dillman Band – Lovin’ The Night Away (1981)
Veda Brown – True Love Don’t Grow On Trees (1974)
Jim Ford – Hanging From Your Lovin’ Tree (1971)
Pretty Things – Rosalyn (1964)

Uriah Heep – Gypsy:

Het openingsnummer van hun debuutelpee uit 1970 is een rockklassieker, maar wordt nooit in het rijtje van Stairway To Heaven, Paranoid en Child In Time genoemd, terwijl de band begin ‘jaren zeventig’ tot de absolute top behoorde. In Nederland kennen we hen van hun enige hit Easy Livin’; een prima lied, maar niet echt representatief voor het repertoire dat uit een mix van heavy metal en progressieve rock bestond. De naam Uriah Heep komt uit het boek David Copperfield van Charles Dickens; het is een fictief persoon bekend om zijn kruiperige nederigheid en onoprechtheid. Dit karakter is terug te vinden in de titel van de elpee: Very ‘Eavy, Very ‘Umble.

Gypsy werd gecomponeerd en geoefend, terwijl Deep Purple in de naburige studio bezig was; de herrie moet fenomenaal geweest zijn. Het lied gaat over een jongeman die verliefd wordt op de dochter van een zigeunerleider. Pappa is niet gecharmeerd van de aandacht voor zijn dochter en legt de zweep over de rug van de verliefde knaap. En de boodschap nooit meer terug te komen. Normaal gesproken was er een (verplichte) gitaarsolo in een rocksong, maar Uriah Heep verving dit door een orgelsolo, waardoor het een ‘drive’ heeft. Alsof er een trein langs je heen dondert.

Small Faces – Wham Bam Thank You Mam (1969)

Oops, I did it again, zou Britney Spears zeggen. Na een wild feestje naast iemand wakker worden, waarvan je vrij zeker weet hem of haar niet eerder ontmoet te hebben. Het feit dat je in je geboortekostuum ligt is een vrij zekere indicatie dat het niet bij een nachtkusje gebleven is. Het is mij ook wel eens overkomen. Geen idee hoe ze heette. Als een sluipende inbreker koffie gezet en – heel galant – de slapende dame met de geur van mokkabonen gewekt om mezelf voor te stellen. Ze keek mij vreemd aan en zal in haar geheugen gezocht hebben wie in godsnaam die vent was die haar op koffie op bed trakteerde. Ik ben nog even gebleven. Wham Bam Thank You Mam.

De allereerste referentie aan deze uitspraak is van crooner Dean Martin; in 1950 zong hij over een vrouw die zijn hart gebroken had: Wham Bam Thank You Mam. Met de intrede van de rockmuziek en de vrije sex kreeg het een andere betekenis: een vluggertje zonder je druk te maken of de tegenpartij aan haar trekken komt.

Het bekendste gebruik van deze term is in Suffragete City op David Bowie’s Ziggy Stardust-album. Slade wist met deze subtitel Thanks For The Memory in 1975 een dikke hit te scoren. Minder bekend is de uitvoering van Small Faces, maar het is wel de inspiratiebron voor beide bovengenoemde liedjes. Wellicht omdat het lied slechts de B-kant van hun weinig succesvolle (maar steengoede) laatste single Afterglow Of Your Love was en nooit op elpee verschenen is. Pas bij de intrede van de ceedee werd het nummer er bij geperst. Afterglow Of Your Love is overigens op de bruiloft van zanger Steve Marriott en zijn vrouw, Jenny Rylance, gespeeld: Only Steve could write a beautiful love song about what it feels to have a fag after sex!