NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 9 augustus 22-23 u + ma 12 augustus 22-23 u (hh)

Brinsley Schwarz – I Got The Real Thing (1974)
Jethro Tull – The Witch’s Promise (1969)
Colin Scot – Mandolin Man (1977)
Hazel O’Connor – Will You (1980)
James Brown – Out Of Sight (1964)
Orang-Utan – Chocolate Piano (1971)
The Jets – Worker In The Night (1966)
John Phillips – Mississippi (1970)
Alan Hull – Squire (1975)
Dave Dudley – Cowboy Boots (1963)
Thee Prophets – Playgirl (1968)
Brenda & The Tabulations – Right On The Tip Of My Tongue (1971)
The Babys – World In A Bottle (1978)
Klein Orkest – Laat Mij Maar Alleen (1982)

Brinsley Schwarz – I Got The Real Thing:

Lang geleden heb ik voor bijna nop een naslagwerk gekocht dat de belangrijkste momenten in de popgeschiedenis  (tot 1993) op een rij zet. Teruglezend kom je soms namen en gebeurtenissen tegen die volkomen onbekend zijn. Bijvoorbeeld, op 3 april 1970 trok het management van de band Brinsley Schwarz (vernoemd naar de oprichter en zanger/gitarist) US$ 100.000 uit om Engelse journalisten naar New York te laten overkomen voor het bijwonen van hun optreden in Fillmore East ter promotie van hun debuutalbum. Ze speelden als voorprogramma van Van Morrison en Quicksilver Messenger Service. Desalniettemin een substantieel bedrag voor een onbekende band en helemaal in die dagen. Ondanks de financiële investering kunnen we toch stellen dat de band niet tot grote hoogte gestegen is. De Engelse pubrock-band had een uitstekende live-reputatie, dus wat is er fout gegaan?

Allereerst hadden de bandleden door visumproblemen een forse vertraging, zodat ze uiteindelijk via Canada naar New York moesten reizen en pas kort voor hun optreden aanwezig waren. Hun instrumenten waren niet afgeleverd, zodat ze met gehuurde spullen aan de slag moesten. De journalisten hadden een vertraging van vier uur en een ‘open bar’, waardoor de meesten dronken of met een kater de zaal binnenkwamen. De bandleden claimden later dat ze niet wisten dat er popjournalisten in de zaal zouden zijn. Hoe dan ook, het optreden verliep verre van vlekkeloos en de kritieken hierover én hun debuutalbum waren niet mals. Het gevolg was dat de bandleden anti-publiciteit werden.

In 1971 kwam Ian Gomm bij de band en speelden ze op het tweede Glastonbury Festival. In de daaropvolgende jaren ontvingen ze positieve kritieken op hun albums en stonden ze in voorprogramma’s van Hawkwind, Paul McCartney & Wings en Frankie Miller. De grote doorbraak bleef echter uit en in 1975 trokken ze de plug er uit en gingen hun eigen weg.

James Brown – Out Of Sight (1964)

Zijn allereerste (zelf geschreven) hit, Please Please Please (1956) ontstond nadat Brown’s idool Little Richard deze tekst op een servetje geschreven had. Pas twee jaar later zou hij met Try Me weer een miljoenenverkoop bereiken. In oktober 1962 besloot Brown vanuit zijn eigen financiën een live-show (At The Apollo) op te nemen en wist uiteindelijk de platenmaatschappij te overreden deze uit te brengen. Deze zag er geen heil in, want alle fans hadden zijn singles al gekocht en live-albums verkochten in die tijd heel slecht. Het werd een gigantisch succes en de elpee verbleef 14 maanden in de albumlijst.

De relatie met het platenlabel was echter verstoord en Brown richtte een eigen productielabel op, waardoor hij een rechtszaak aan de broek kreeg en hem verboden werd platen op dit label uit te brengen. Desalniettemin had hij daarvoor nog snel drie singles op de markt gebracht, waarvan Out Of Sight een vette hit werd.

Out Of Sight was Blues-georiënteerd en gaf de richting aan van zijn nieuwe werk, dat met Papa’s Got A Brand New Bag de definitieve nationale doorbraak betekende. Bovendien bevestigde hij met het explosieve optreden in 1964 in de film TAMI-show zijn status, waarin hij voor The Rolling Stones optrad. In interviews vertelde Keith Richards dat de keuze na Brown & The Famous Flames op te treden de grootste fout in hun carrière was, want hoe goed zo ook speelden beter dan Brown was niet mogelijk. De beelden van deze show (YouTube) bevestigen dit op alle fronten. Zo vlug en bewegelijk als Brown dansen is fysiek nauwelijks mogelijk. Zelfs zijn scheenbenen trillen mee en de man lijkt van elastiek. Duidelijk te zien waar Michael Jackson’s moonwalk vandaan komt. En toch nog genoeg lucht hebben om een fantastische vertolking te zingen.