Lilac Angels – Rock´n Roll Lady (1978)
The Rivingtons – Papa-Oom-Mow-Mow (1962)
Hot – Angel In Your Arms (1977)
Jeff Simmons – Lucille Has Messed My Mind Up (1969)
Think Tank – Together (1972)
Henri Mancini – The Pink Panther Theme (1963)
John Lennon – Bring On The Lucie (Freda People) (1973)
The Mynah Birds – It’s My Time (1966)
Tenpole Tudor – Wunderbar (1981)
Candi Staton – Never In Public (1969)
Frame – Winter (1972)
Love Sculpture – River To Another Day (1968)
Ryuichi Sakamoto & David Sylvian – Forbidden Colors (1983)
Amsterdam – Julie Come Back (1970
Boz Scaggs – We Were Always Sweethearts (1971)
Marc Aryan – Si J’etais Le Fils D’un Roi (1964)

Jeff Simmons – Lucille Has Messed My Mind Up:

Wie is toch die Lucille? Wat heeft ze gedaan waardoor die arme jongen van de kaart is? Is het soms de comédienne Lucille Ball, die in de jaren zestig de televisie teisterde. Of toch Lucille Starr, die wereldwijd een hit in handen had met The French Song. Gedeeltelijk in het Engels en deels in het Frans; dit kan een aanwijzing zijn.

Jeff Simmons begon ooit in de band Indian Puddin’ & Pipe uit Seattle, maar zij kwamen helaas in de handen van Matthew Katz terecht. Hij stelde een contract op waardoor ze volledig overgeleverd waren aan de grillen van deze notoire uitbuiter. Teleurgesteld ontbonden ze de band en gingen verder als Easy Chair, die in 1968 een enkelzijdige elpee opnamen om direct daarna de naam wederom te veranderen in Ethiopia. Ze mochten een optreden van The Mothers Of Invention openen en later voor Alice Cooper.

Zappa raadde de band aan om naar Los Angeles te verkassen, maar opnamesessies leverde geen vruchten op. De band hield er mee op, maar Jeff Simmons kreeg wel een contract voor twee platen bij Straight. Het eerste album was een instrumentale (uitstekende) soundtrack voor een obscure film, Naked Angels. Het tweede album Lucille Has Messed My Mind Up is inmiddels een cult-klassieker vol van psychedelische rockmuziek, waarop Simmons hulp van Zappa krijgt. Hij schrijft het titellied en samen componeren ze Wonderful Wino (dat op Zappa’s Zoot Allures terecht komt). Simmons wordt gevraagd zich bij The Mothers Of Invention aan te sluiten waar hij vanaf Chunga’s Revenge tot en met Roxy & Elsewhere de basgitaar zou spelen. Rond 1980 gaat hij terug naar Seattle, speelt in een paar bandjes en schrijft een memoires I Joined the Mothers of Invention…For The FBI (die nooit werd uitgegeven).

Lucille Has Messed My Mind Up werd door Zappa in een andere (reggae)versie op Joe’s Garage hergebruikt. Het lied vóór Lucille is Why Does It Hurt When I Pee? Nu wordt er wel gesteld dat veel mannen met hun piemel denken, maar zelfs een overdraagbare geslachtsziekte zal hem toch niet geestelijk van zijn stuk brengen?

The Mynah Birds – It’s My Time:

Een typisch midden jaren zestig rock nummer dat in eerste instantie op een sublabel van Motown uitgebracht zou worden. Maar helaas besloot Motown de release te annuleren, want de zanger, Ricky Mathews, had wat persoonlijke problemen waaronder desertie uit het leger en het platenlabel wilde dat hij dit eerst ging oplossen. Voor The Mynah Birds zou dat te laat blijken zijn, zij vielen kort hierna uit elkaar.

Later zou Ricky inderdaad terugkeren bij Motown, en onder een andere artiestennaam zou hij een heel stuk bekender worden. Als Rick James zou hij de wereld veroveren met hits als Superfreak en Glow. De band zou ook nog een andere bekende musicus opleveren, want de gitarist die na ongeveer een minuut de solo inzet was ene Neil Young.