NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 17 januari 22-23 u + ma 20 januari 22-23 u (hh)

Ray Stevens – Turn Your Radio On (1971)
Mickey Dolenz – Don’t Do It (1967)
Jerry Williams – Given It Up For Your Love (1979)
Gale Garnett – We’ll Sing In The Sunshine (1964)
Rupert Hine – I Hang On To My Vertigo (1981)
The Laurels – Rainmaker (1969)
Taurus – Meadow (See You Again) (1980)
Clyde Otis – Jungle Drums (1961)
Darryl Way’s Wolf – Two Sisters (1974)
Wim Sonneveld – Poen (1955)
Glen Campbell – The Last Time I Saw Her (1971)
Maxine Nightingale – Love Hit Me (1977)
Eternity’s Children – Mrs. Bluebird (1968)
Carroll O’Connor & Jean Stapleton – Those Were The Days (1971)
Simon & Garfunkel – Wednesday Morning, 3 A.M. (1964)
Ian Hunter – All American Alien Boy (1976)

Wim Sonneveld – Poen:

In het (plat) Amsterdams worden veel Jiddische woorden gebruikt. Woorden die door het gebruik van het Engels langzaam verdwijnen, zoals aggenebis, tampeloeris, fikken, gallemieze, lappen, ponem en versjteren. Maar diverse woorden zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse taal geworden: barrel, dokken, gajes, gotspe, jatten, kapsoneslijer, lazerus, matten, mokkel, noppes, penoze, pieneut, schlemiel, sores, smeris en zwijnen.

Ik ben opgegroeid met bijnamen voor de nationale pecunia; het vijf guldenbriefje en vijftig guldenbriefje waren nog niet uitgegeven en kooplui voerden de term daalder voor ƒ 1,50, want volgens hen was op de markt een gulden een daalder waard. Bassie, heitje, piek, knaak, joetje, geeltje, meier. Tegenwoordig kent men misschien nog het woord heitje uit ’heitje voor een karweitje’, dat met name door de padvinders in de jaren vijftig gebruikt werd als slagzin en waarbij zij allerlei klusjes deden om geld in te zamelen. Het Jiddische woord hei betekent vijf; een verkorting van heitbas (vijf stuivers). Een heitje was dus een kwartje. Tsja, daar komen ze hun bed niet meer voor uit, maar tot de beginjaren zeventig kon je heel wat snoep kopen voor een heitje. Ullevellen, bazooka’s, zoethout, duimdrop.

In het lied Poen doet Wim Sonneveld als Willem Parel, een plat pratende zoon van een Amsterdamse orgeldraaier, een opsomming van de gangbare benamingen van geld in plat Amsterdams. Parel was één van zijn vele typetjes, zoals Frater Venantius uit Schin op Geul en Nikkelen Nelis. Willem Parel was een succes in het theater en er volgde een radioserie en in 1955 een film: Het Wonderlijke Leven Van Willem Parel. Feitelijk was Sonneveld de creatie spuugzat, maar besefte dat het publiek Parel wilde blijven zien. In de film wil hij van zijn alter ego af, maar dan stapt Parel uit een poster die ergens aan een muur hangt, en gaat het personage een eigen leven leiden. Hij zet Amsterdam op stelten en zingt diverse liedjes, zoals Daar Is De Orgelman en Poen; een lied dat door je hoofd blijft spoken met een hoog meezinggehalte en een eenvoudig refrein. Na de film zal Sonneveld Parel nooit meer spelen.

Sonneveld trad al sinds 1934 op, maar pas in 1943 startte hij zijn eigen cabaretgezelschap dat zeer succesvol tot 1959 bestaat, waarna hij drie jaar lang de hoofdrol in My Fair Lady zou spelen. Diverse theatershows en televisieshows zouden volgen, alsmede een optreden in de populaire serie Ja Zuster, Nee Zuster van Annie M.G. Schmidt. Deze éné uitzending had een kijkdichtheid van 78%.

Wim Sonneveld is als zanger onderschat. Wellicht heeft dat te maken met de sketches en de daaraan verbonden (soms hilarische) liedjes, maar niemand zal kunnen ontkennen dat hij in Mijn Dorp de perfecte noot wist te raken. Maar er waren er meer….veel meer, zoals onder andere de mooiste uitvoering ooit van Aan De Amsterdamse Grachten. Hij had een warm timbre en een meer dan uitstekende intonatie.

Op 20 februari 1974 kreeg Wim Sonneveld in de auto een hartaanval, en een paar weken rusten ging het aanvankelijk beter. Hij maakte weer plannen, mede doordat hij het daaropvolgende jaar 40 jaar in het vak zou zijn. Op 08 maart overleed hij aan een tweede hartaanval.