NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 18 oktober 22-23 u + ma 21 oktober 22-23 u (hh)

Diesel – Sausalito Summernight (1979)
Sam Cooke – Little Red Rooster (1963)
Roger Voudouris – Get Used To It (1979)
Tony Russell – Happy Harry (1970)
Julie Driscoll, Brian Auger & Trinity – Indian Rope Man (1969)
Santana – Toussaint L’Overture (1971)
Frank Boeijen Groep – Kontakt (1983)
Toni Fisher – The Big Hurt (1959)
Bobby Charles – I Must Be In A Good Place Now (1972)
The Drifters – Love Games (1975)
J. J. Barnes – Baby Please Come Back Home (1967)
Neil MacArthur – It’s Not Easy (1969)
Ginger – Blind Date (1980)
Bobby Angelo & Tuxedos – Baby Sittin’ (1961)
The Magnificent Men – I Could Be So Happy (1967)
Jimmy Campbell – Half Baked (1970)

Diesel – Sausalito Summernight:

Als oudere jongere is het slecht kersen eten met de Nederlandse radiozenders. Ik ben al lang gestopt met Sky radio en andere voorgeprogrammeerde zenders, want bij de meesten wordt er meer geouwehoerd dan muziek gedraaid. Het slappe gelul is de zogenaamde trekpleister in plaats van de muziek. Ik vermoed dat de DJ’s per woord betaald worden, want ze hebben allen vorstelijke salarissen om ook nog fantasieloze meuk te draaien. Heel veel van hetzelfde. Nee, ik luister afwisselend naar 192 Norderney (natuurlijk), Pinguin en IndieXL en laat me af en toe verrassen door YouTube.

Eind jaren tachtig luisterde ik naar Hilversum 3 (met name 2 Meter de Lucht in) en medio jaren negentig koos ik regelmatig voor de AvondSpits op ‘de jongste zender van Nederland’. Tegenwoordig draait NPO 3FM hedendaagse pulp (niet eens de band van dezelfde naam), is stuurloos en hopeloos op zoek naar luisteraars. Radio 3FM heeft sinds 2000 62% van haar luisteraars verloren, en in het voorafgaande decennium liep de kijkluisterdichtheid ook al fors terug. Desalniettemin volharden ze in dure DJ’s en hun programmering. Eigenlijk luisteren alleen de jongeren nog en die zijn zo honkvast als een ontsnapte misdadiger. NPO Radio 2 zit in december op rozen met de Top 2000; een stijging van circa 35% in vergelijk met de overige maanden waarin de luistercijfers onder de 10% van het totaal in een dalende markt qua luisterminuten blijven.

Maar wat vrijwel alle zenders, en zeker NPO, gemeen hebben is het totale gebrek aan aandacht voor nieuwe muziek van de oude rakkers. Ja, U2. Maar de Nederlandse oudere musici krijgen nauwelijks aandacht. Wanneer is er iets nieuws gedraaid van (pak ‘em beet) Jan Akkerman, Specs Hildebrand, Hans Vandenburg of groepen als Kayak, Barrelhouse en The Pilgrims? Allemaal springlevend en met recent uitstekend materiaal. Niet interessant volgens de wijzen in radioland. Veranderende doelgroep of passé, zeggen ze kwijlend over het laatste schijfje van The Rolling Stones. Datzelfde hoorde ik (wederom) uit de mond van gitarist Rob Vunderink van Diesel.

Voor degenen die niet weten wat Diesel is een korte geschiedenisles. In 1978 startten (zanger/gitarist) Vunderink, gitarist Mark Boon en de inmiddels overleden drummer Pim Koopman én bassist Frank Papendrecht een projectje, dat binnen een jaar bijzonder succesvol blijkt te zijn. Hun eerste album Watts In A Tank levert drie hits op; Sausolito Summernight behaalt zelfs de eerste plek in Canada. Het succes heeft geen vervolg, zodat in 1985 de groep ontbonden wordt. In 1988 wordt de draad weer opgepakt en met Samantha scoren ze wederom een hitje. De groep wordt een jaar later weer opgeheven, maar vanaf 2000 bestaat de groep weer af en aan. En worden elke keer in Hilversum genegeerd. Wanneer gaan de platenbonzen en radiostations eens begrijpen dat er een grote markt is voor oudere jongeren? We zijn nog lang niet opgebrand en we hebben een voorliefde voor de hedendaagse muziek van onze (eveneens) oude(re) helden.

Julie Driscoll. Brian Auger & Trinity – Indian Rope Man:

Deze band is een sublieme samenwerking: het orgelwerk van Brian Auger, de stem en het gitaarwerk van Julie Driscoll, Dave Ambrose op bass en Clive Thacker op drums. Wat een band! Het geheel heeft power, funky drive en staat als een huis. Vanaf het begin zuigt het orgel je het liedje in. De ritme sectie speelt een funk-groove die echt duidelijk invloeden van het eind van de jaren zestig laat horen. De stem van Julie valt erin en pakt je meteen bij de kladden. Het gave van de stem is dat ze folky invloeden combineert met een rauw randje. Af en toe haalt ze heerlijk uit naar een hoge noot die er bijna schreeuwend uitkomt.

Die orgelsolo aan het eind van de song is de kers op de taart. Daarmee stijgt het geheel uit boven het niveau uit van een verdienstelijke vulling, waar orgels ook nog weleens voor gebruikt worden.