NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 6 september 22-23 u + ma 9 september 22-23 u (hh)

31 augustus 1974 moest het zendkristal uit de Norderney gehaald worden. Een politieke beslissing om Hilversum te beschermen. Een beslissing vol van drogredenen waaronder de suggestie dat de zender een vliegveld in Noord-Italië zou storen (terwijl het Oosten en Noorden van Nederland al moeite had de zender te ontvangen). Ondanks de steun van talloze artiesten en luisteraars mocht het niet baten en daarmee ontnamen ze het luisterplezier van vele miljoenen. Op 31 augustus j.l. waren er veel (muzikale) herdenkingen aan ‘The Day The Music Died’ en Nuggets doet er een beetje aan mee. In deze uitzending draai ik de liedjes die voor mij als samensteller en presentator de herinnering aan die dagen doen herleven. Het was overigens een zware bevalling, want eigenlijk is het ondoenlijk een keuze te maken. Dus deze éné keer geen onbekende goudklompjes, maar mijn terugblik op Veronica 192 + 538.

The Monkees – Last Train To Clarksville (1966)
Bill Fay – Screams In The Ears (1967)
Dusty Springfield – The Summer Is Over (1964)
Peter – Peace (1970)
Egbert Douwe – Kom Uit De Bedstee M’n Liefste (1968)
Curved Air – Back Street Luv (1971)
Frank Zappa & The Mothers Of Invention – More Trouble Every Day
The Collectors – What Love (1968)
Iron Butterfly – In A Gadda Da Vida (1969)
Fields – A Friend Of Mine (1973)
Junior Walker & The All Stars – What Does It Take (To Win Your Love) (1968)
Procol Harum – A Whiter Shade Of Pale (1967)
Carpenters – Heather (1973)

Frank Zappa & The Mothers Of Invention – More Trouble Every Day:

Los van de muziekwand in mijn ‘man-cave’ en mijn voortdurende zoektocht naar de muzikale goudklompjes uit de pop/rockgeschiedenis is alles begonnen met een gekregen singletje van mijn nichtje: The Monkees– Last train to Clarksville. Nee, hier ga ik het niet over hebben, en ook niet van mijn jeugdige fan-zijn van David Bowie. Steengoed (met enkele dipjes in de jaren tachtig), maar mijn oren gingen pas echt open toen mijn vader (na weer een lange reis) uit Hong Kong een dubbelelpee meenam: Roxy & Elsewhere van Frank Zappa & Mothers of Invention. Wow! Ik was direct verkocht; de strakke muziek met toch improvisatie, de kritische maar toch grappige teksten en geen blad voor de mond nemend. Ik wilde begrijpen waar hij het over had, dus ging ik studeren op zijn teksten. Het aangename gevolg was dat mijn 5 in Engels naar een 9 ging, maar dit is bijzaak.

Roxy & Elsewhere heeft nooit de erkenning gehad die een plaat van deze kwaliteit zou moeten hebben. Begeleid door George Duke, Tom Fowler (It’s a Beautiful Day, Ray Charles & Steve Hackett), Chester Thompson (Weather Report & Genesis), Ian Underwood en Napoleon Murphy Brock, die nu als zanger in Zappa Plays Zappa met zoon Dweezil Zappa toert. De LP staat bol van tempo en stijlwisselingen, en tot de dag van vandaag kan je me hiervoor wakker maken. Het verveelt nooit en elke keer hoor je weer iets nieuws. Ik was als een kind zo blij toen posthuum (eindelijk) Roxy By Proxy door Zappa’s vrouw (Gail) uitgebracht werd. Frank zette alles op tape, zodat er nog regelmatig oud-nieuw materiaal het daglicht ziet; enkele andere nummers (ten opzichte van Roxy & Elsewhere) en andere uitvoeringen.

Echter, mijn favoriet staat op de Roxy & Elsewhere uit 1974; de platenhoes was pikant te noemen, want er staat een dame met haar hand in Frank’s broek te graaien. Hij kijkt gelukzalig; ze zal wel zachte handjes gehad hebben. More Trouble Everyday is een adaptie van Trouble Everyday van zijn debuut-(dubbel) LP Freak Out. Het origineel ging over de oproer in de wijk Watts In L.A. (1965), maar met een kleine tekstuele aanpassing kon deze track op vrijwel alle sociale misstanden betrokken worden. Ook heden ten dage is de tekst nog steeds actueel, en de muziek levendig. Het enige minpuntje aan de track is de fade-out tijdens een gitaarsolo. Jammer, jammer, jammer, want gitaar spelen kon Frank als de allerbeste.

The Collectors – What Love (Suite):

Nooit gedraaid in de auto; zo veel rustige passages dat je meer met de volumeknop bezig bent dat met de auto besturen. Het cassettebandje was wel vaste prik op een strandbed of in de hangmat. Met name ’s avonds met een tropische cocktail binnen handbereik en lekker weg zwijmelen bij de tonen van dit psychedelische kunstwerk.

The Collectors uit Vancouver waren van oorsprong een coverbandje, die de huisband waren van een wekelijkse CBS-show. In 1967 hadden ze een nationaal hitje met Looking At A Baby. Een jaar later maakten ze het album The Collectors. De A-kant met vijf liedjes is zeker de moeite waard. Rustige nummers met soms meerstemmige zang. Invloeden van The Moody Blues  en The Doors zijn herkenbaar. Maar feitelijk is het de opmaat voor de fantastische B-zijde met slechts één nummer: What Love (Suite). Niet te verwarren met de albumopener What Is Love?

Tijdens het beluisteren van What Love (Suite) val je van de éné in de andere verbazing. 19 minuten van tempowisselingen en gemoedswisselingen; soms bijna serene jazz afgewisseld met uitzinnige ‘freakout’ op een manier en wijze dat tot die tijd niet of nauwelijks was bewandeld. En dan die eenzame sax (vanaf 13:05) met de meerstemmige (soms) Gregoriaanse zang op de achtergrond. Dit klinkt heel bekend; en dat is het ook voor de luisteraars van Veronica. Het lied is gebruikt voor een actie ter behoud van de zeezender. Bovendien vormde het de inspiratie voor Hal Dorado’s nummer 240024. Een initiatief van Harry van Hoof en Peter Koelewijn); de titel verwijst naar het actie-gironummer.

Bij release werd het album door de critici afgekraakt, maar in de loop van decennia wordt het nu gezien als een grensverleggende plaat dat meerdere muziekgrenzen tegelijkertijd overschreed. What Love (Suite) werd door de bandleden in één lange nacht gecomponeerd. Na vele repetities speelden ze het live, maar het publiek reageerde lauw tot ze het in clubs in San Francisco opvoerden. De reacties in de psychedelische (hippie) gemeenschap waren wild enthousiast. Het is een muziekstuk dat meerdere keren beluisterd dient te worden om de volle invloed te beseffen. Zelfs na 55 jaar nog steeds enorm ondergewaardeerd. En voor mij tevens een herinnering aan de vele uren luisterplezier bij radio Veronica.