NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 15 november 22-23 u + ma 18 november 22-23 u (hh)

Wanda Jackson – Let’s Have A Party (1960)
Redwing – California Blues (1971)
Tony Burrows – Melanie Makes Me Smile (1970)
Lew Lewis Reformer – Lucky Seven (1978)
Clungels – Dat Had Ik Nog Nooit Gedaan (1966)
Michael Chapman – Shuffleboat River Farewell (1976)
The Gun – Race With The Devil (1968)
Luther – Funky Music (Is A Part Of Me) (1976)
Linda van Dyck – Seduction Song (1969)
Group Check – Ciao Baby (1968)
Steve Allen – Letter From My Heart (1984)
The Delfonics – La-La Means I Love You (1968)
Vicky Leandros – I Am (1971)
Jacques Loussier – Thierry la Fronde Theme (1963)
Matt Bianco – Half A Minute (1984)

Tony Burrows – Melanie Makes Me Smile:

Tony Burrows heeft een markante stem, en als zanger in bands was hij verantwoordelijk voor meerdere grote hits en staat hij te boek als vijf keer een One Hit Wonder. Het leverde hem de bijnaam The Man With The 1.000 Voices op.

Officieel was hij sessiemuzikant en heeft als zodanig de demo ingezongen voor You’ve Got Your Troubles, wat later een hit voor The Fortunes werd. In 1967 werd hij zanger bij The Ivy League, die hun kortstondige hoogtijdagen achter de rug hadden. Desalniettemin is hun uitvoering van Tomorrow Is Just Another Day de blauwdruk voor de grootste hit van de Nederlandse Buffoons. Het gebrek aan succes en de zoektocht van componisten John Carter en Ken Lewis voor een zanger die hun single Let’s Go To San Francisco wilde inzingen leverde hem zijn eerste grote hit op. Internationaal zou het de enige hit voor The Flowerpot Men worden met uitzondering van Nederland waar A Walk In The Sky ook de hitparade bestormde.

Rond 1970 besloot hij – na 10 jaar constant rondreizen – uitsluitend nog sessiewerk te doen, maar toen scoorde hij met Edison Lightouse (Love Grows) een #1 hit. Tegelijkertijd kwam White Plains met My Baby Loves Lovin’ en The Brotherhood Of Man met United We Stand de Engelse top 10 binnen; allen ingezongen door Burrows. Tijdens een optreden bij Top of The Pops moest hij drie keer achter elkaar optreden, zodat hij zich snel moest omkleden om met de volgende band het podium op te lopen. Een unicum. Een maand  later scoorde hij weer een Top 10 hit met Gimme Dat Ding van The Pipkins. Vier jaar later kwam zijn laatste grote hit met First Class (Beach Baby). Het lied met de vele achtergrondstemmen is volledig door Burrows en componist Carter ingezongen. Bij ‘live’-optredens hoorde je wel de stem van Burrows, maar stond iemand de lipbewegingen te maken.

Als solo-artiest heeft hij nooit een hit gehad, terwijl er leuke liedjes tussen zaten zoals In The Bad Bad Old Days en Melanie Makes Me Smile.

Clungels – Dat Had Ik Nog Nooit Gedaan:

Ik zat op de lagere school toen medio ‘jaren zestig’ de opgeschoten jeugd zich losweekte van de heersende spruitjescultuur onder aanvoering van The Beatles, The Rolling Stones en hun tijdgenoten. De Nederlandse muziek bestond daarvoor nog grotendeels in het coveren van buitenlandse muziek en iedere gitaarband wilde op The Shadows lijken. Pasje naar links, pasje naar voren, pasje naar rechts en pasje naar achteren, en dat alles in een kostuum. Ja ja, er werd wat afgeswingd op het podium.

In de U.S.A. hadden vele protestzangers een generatie de weg gewezen tegen de denkbeelden van het establishment en dien gevolge ook in Nederland onder aanvoering van Boudewijn de Groot. Die had wel het geluk op het talent van Lennaert Nijgh te kunnen terugvallen, want zijn poëtisch wijze van schrijven is zelden meer geëvenaard. In hun kielzog namen vele onbekende artiesten hun eerste (protest)plaatjes op, veelal met weinig succes.

Een paar voorbeelden?
Peter J. Muller met Beter Langharig Dan Kortzichtig over het schoolbeleid dat het haar niet over de oren mocht komen. Peter werd later bladenmaker en mediaman (van onder andere Hitweek, Weekend, Candy en Foxy) en voorzitter van het Bob Evers Genootschap; de bekende jeugdboeken (die ik overigens ook allemaal verslonden heb).
Mokum Beat Five met Trouw nooit. In 1966 was Joop van der Ende de manager van deze beatgroep uit de Indische buurt.
Selfkick met Zo Is Het Toevallig Nog Eens Een Keer. Een plaat van deze Beverwijkse popart groep met het Groot Koor der Provo’s gebaseerd op het gelijknamige satirische televisieprogramma, dat veel stof deed opwaaien en voor veel jongeren een voorbeeld was door de regelmatig provocerende teksten.
Ted Jones & The Driftin’ Five met Hou Toch Op Minister. Protest van de jongeren tegen de politiek, die hun waarden opdringen aan de protesterende jeugd.

Éen van de leukste waren de Amsterdamse Clungels. In 1963 min of meer opgericht, die regelmatig repeteerden in een gebouwtje van buurtvereniging ‘Hoge Bijlmer en Omstreken’. Het repertoire bestond (natuurlijk) voornamelijk uit de hits van toen en Beatles-songs aangevuld met eigen composities. De heren besloten professioneel te worden en gingen meer eigen composities schrijven, waardoor ze steeds meer optredens kregen, waaronder bij Philips in Eindhoven, bij de VARA, in het voorprogramma van Johnny Hallyday en 20 jaar PvdA in Utrecht met Golden Earring en The Kinks. Tevens werden ze de vervanging van Rob de Nijs’ zijn Lords in zijn maandelijkse TV-show en waren ze de begeleidingsband van Karin ‘Dans Je De Hele Nacht Met Mij‘ Kent en Davy Jones. Bij het label Artone  konden ze hun eerste plaatje opnemen, maar helaas kreeg Artone uitgerekend ruzie met radio Veronica waardoor de plaat daar niet gedraaid werd. Ook de daaropvolgende Engelstalige platen zorgden niet voor de doorbraak.

Hun eerste plaat was Dat Had Ik Nog Nooit Gedaan over een komische verwarring van lange haren bij de mannen. Lekkere jaren zestig beat; het nummer is deze eeuw gecovered door The Kik.