NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 23 augustus 22-23 u + ma 2 september 22-23 u (hh)
Let op! In verband met de speciale uitzendingen van 25 tot en met 31 augustus ter herdenking dat het zendkristal 50 jaar geleden helaas verwijderd werd is de herhaling van deze Nuggets pas op 2 september.
Mailer Mackenzie Band – Red Rover (1970)
The Marmalade – I See The Rain (1967)
Hall & Oates – Sara Smile (1976)
Jon & Vangelis – Each And Everyday (1980)
Neil Diamond – I Got The Feelin’ (Oh No, No) (1966)
Urban Heroes – Habadabariwikidi (The Love Hopper) (1981)
The Chessmen – You Can’t Catch Me (1966)
Pete Dello – It’s What You’ve Got (1971)
Sidney Torch Orchestra – Coronation Street (1960)
Wigwam – Grass For Blades (1975)
Sheila – Le Sifflet Des Copains (1963)
The Bloomfields – The Loner (1972)
Lorraine Ellison – Stay With Me (1966)
Phantom – Tales From A Wizard (1974)
Helen Reddy – Ruby Red Dress (Leave Me Alone) (1973)
Urban Heroes – Habadaba Riwikidi:
Eind 1978 was Ska in Nederland op sterven na dood. De langzamere vorm – Reggae – scoorde nog wel (sporadisch) in de vaderlandse poplijsten met Dillinger, Musical Youth, Bob Marley, Peter Tosh en Third World. Maar in Engeland zorgden blanke gasten voor een revival van de skamuziek: The Specials, The Beat, Bad Manners en natuurlijk Madness.
Een Nederlands antwoord kwam er eigenlijk niet; pas in 1981 ging Nederland overstag op de tonen van Doe Maar. Vier jaar lang zou alles wat ze aanraakten in goud veranderen, maar de vele aandacht brak de groep uiteindelijk letterlijk en figuurlijk op. Maar in 1980 hadden het Haagse Urban Heroes al een Ska-hitje met Get It en Not Another World War, alhoewel de laatste meer weg had van een lied van The Police. Het bijbehorende album wordt goed ontvangen, zelfs in de V.S. schrijven critici lovend over Urban Heroes. De opvolger in juni 1981 werd het grootste en bekendste: Habadaba Riwikidi. Helaas zullen de vele personeelswisselingen een definitieve doorbraak verhinderen. Een aantal leden formeren nog de groep Boom Boom Mancini en scoren een minihitje met Red Skies, maar hierna was het – commercieel gezien – over. Desalniettemin is Urban Heroes de band die het meest op Parkpop heeft gestaan: 5 keer (plus 1 keer op Maliepop; de voorloper van Parkpop).
Phantom – Tales From A Wizzard:
Enkele jaren geleden vond ik het album in een uitverkoopbak; een geluksmomentje, want er is heel weinig van deze band te vinden. Slechts een album maakte Walpurgis, zoals ze oorspronkelijk heette maar deze rockopera werd door de platenmaatschappij misbruikt en verbasterd.
Zoals het in die jaren regelmatig voorkwam werd er door het gebrek aan informatie op de hoes door de ‘kenners’ direct verbanden gelegd. Toegegeven, alle bandleden werden met een pseudoniem weergegeven (W, X, Y en Z) en het mystieke van Phantom’s Divine Comedy (Part 1) zal ook bijgedragen hebben. Het was een conceptalbum opgesplitst in vier delen: Intro, Prelude, Wizard en Entrance. De muziek klonk als The Doors en de stem van de zanger had in grote mate iets Morrisonesque en dus dachten velen dat het een nieuw project van de overleden zanger van The Doors zou zijn. Wanneer je het uitstekende album en met name het openingsnummer hoort is dit heel begrijpelijk, want het zou ook in het oeuvre van The Doors zeker niet misstaan. John Densmore (The Doors) gooide nog wat olie op het vuur door te stellen dat Jim Morrison niet dood kon zijn, want het graf in Parijs zou ‘te kort’ zijn. Hij simuleerde zijn dood en zou naar Afrika gevlucht zijn.
Anno 2021 is het bekend geworden dat de zanger en componist van dit project ene Arthur Pendragon (a.k.a. Ted Pearson) is. Iemand die door critici door de jaren neergesabeld is. En geheel onterecht, want Pantom’s Divine Comedy is gewoon een uitstekend album. De platenmaatschappij, Capitol Records, hield wijselijk haar mond over alle insinuaties totdat ze een claim door Elektra Records aan de broek kregen. De officiële platenmaatschappij van The Doors wilde de opnamen hebben, omdat volgens hen deze onrechtmatig in het bezit van Capitol Records waren gekomen. De plaat werd daarna uit de handel gehaald.
Desondanks stierven de geruchten geen stille dood. In een ultieme poging deze te ontkrachten nam Pendragon in 1978 twee (geflopte) singles op, maar die voedden de kritieken slechts. In 1999 werd het hem teveel en pleegde op 48-jarige leeftijd zelfmoord op 28 maart; exact 25 jaar na de dag van de release van Phantom’s Divine Comedy.
Andere actuele programmaberichten: