NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 25 oktober 22-23 u + ma 28 oktober 22-23 u (hh)
In deze Nuggets reizen we af naar 1968: het San Francisco International Pop Festival op de Alameda County Fairgrounds. Een van de laatste vredige popconcerten uit de sixties met bekende maar ook vergeten namen. Maar het was eigenlijk een uitgesteld festival….oorspronkelijk zou het in het weekend van 5-6 oktober nabij Searsville (en Standford University) plaatsgevonden hebben. Echter, de universiteit was bang voor de verwachte hippie-invasie en liet het annuleren. De organisatoren verkasten derhalve richting San Francisco, maar dat betekende dat de geplande optredens van Cream, Traffic, Blue Cheer, Country Joe & The Fish en Steve Miller Band geen doorgang kon vinden.
Iron Butterfly – Unconcious Power (1968)
Buddy Miles – Them Changes (1970)
Rejoice – November Snow (1968)
Johnny Rivers – Swayin’ To The Music (Slow Dancin’) (1977)
Jose Feliciano – Light My Fire (1968)
The Loading Zone – Think (1970)
Deep Purple – Love Help Me (1968)
Eric Burdon & The Animals – Monterey (1967)
Fraternity Of Man – Don’t Bogart Me (1968)
Aum – Resurrection (1969)
Procol Harum – Homburg (1967)
Womb – My Baby Thinks About The Good Things (1969)
The Grass Roots – Baby Hold On (1970)
Creedence Clearwater Revival – Sweet Hitch-Hiker (1971)
Iron Butterfly – Unconcious Power:
Er was eens een episch moment in de geschiedenis van de rock ‘n’ roll. Vier jongemannen hadden een idee: we gaan een muziekfestival organiseren. Slechts één had enige ervaring als mede-organisator van het twee-daags Miami Pop Festival waar 25.000 toeschouwers op af waren gekomen. Het evenement zou drie dagen duren; 3 Days of Love and Peace (het werden er overigens vier). Nadat Creedence Clearwater Revival als eerste grote act het contract getekend had, kwamen de andere grote namen ook. Er werden 186.000 toegangskaarten in de voorverkoop aan de man gebracht en men verwachtte de grens van 200.000 te halen. Uiteindelijk kwamen meer dan 400.000 mensen naar Woodstock en daarmee staken allerlei problemen de kop: voedselverkoop, sanitaire voorzieningen, E.H.B.O., parkeergelegenheid en slechts één weg naar het festival. Tijdens de regenbuien werd de toegangsweg moeilijk berijdbaar, los van de vele auto’s die langs de weg geparkeerd stonden.
We kennen allemaal de grote namen die opgetreden hebben, maar Woodstock was de doorbraak voor Santana, Joe Cocker en Mountain. The Who zou vaste grond op Amerikaanse bodem krijgen en de status van Jimi Hendrix werd legendarisch. Minstens zo interessant zijn de muzikanten die niet wilden. The Doors annuleerden op het laatste moment, omdat ze dachten dat het een tweederangs herhaling van het Monterrey Pop Festival zou worden. Led Zeppelin, Frank Zappa & The Mothers of Invention, Free, Blues Image, Procol Harum, Jethro Tull en The Byrds haakten om verschillende redenen af. Chicago (Transit Authority) werd door hun manager op het laatste moment in Chicago ingepland en hij ‘ruilde’ hen voor Santana; de mannen hadden er goed de pest over in. The Moody Blues stonden op de posters, maar besloten liever in Parijs op te treden. Joni Mitchell moest afhaken, omdat haar manager liever zag dat ze in The Dick Cavett Show optrad.
Iron Butterfly stond geboekt voor zondag samen met onder andere Joe Cocker, Blood Sweat & Tears, Ten Years After, The Band, CSNY en Jimi Hendrix. In plaats van over de weg te komen, belde hun manager vanaf de luchthaven en eiste een helikopter om de groep op te halen, direct het toneel op te kunnen, betaling direct na afloop en met de helikopter terug naar de luchthaven. De organisatie zat op dat moment tot over hun oren in de problemen en zij stuurden een telegram:
F or reasons I can’t go into
U ntil you are here
C larifying your situation
K nowing you are having problems
Y ou will have to find
O ther transportation
U nless you plan not to come
Zo dichtbij om van een bekende band een epische band te worden, maar het gedrag en de eisen van de manager maakten het optreden onmogelijk. Iron Butterfly had in 1968 een mega-succes geboekt met In-A-Gadda-Da-Vida, dat alleen al in de V.S. 3 miljoen keer over de toonbank gegaan was; uiteindelijk werden er 30 miljoen van verkocht en het behoort tot de 40 bestverkochte albums ooit. De opvolger, Ball uit 1969, behaalde de gouden status. Overigens zou de band nog geen twee jaar later uit elkaar gaan. Op hun debuutalbum Heavy uit 1968 staat volgens critici en fans hun beste nummer: Unconcious Power. Overigens op de voet gevolgd door In-A-Gadda-Da-Vida.
Deep Purple – Love Help Me:
Ik zat in 1970 thuis nog onder de eettafel met een Dinky Toy te spelen toen mijn oudste broer met Deep Purple In Rock thuiskwam en de plaat opzette. Dat kon gelukkig gewoon bij ons thuis in de huiskamer. Onze ouders waren daar makkelijk in, al hebben ze toen waarschijnlijk wel even geslikt want Jezus, wat een bak teringherrie. Alsof het hele plafond naar beneden lazerstraalde bij opener Speed King. Maar gaaaaaf dat het was! En zoals het dan gaat komen ook de oudere platen in beeld en in huis, dus ook The Book Of Taliesyn en Deep Purple.
Op The Book of Taliesyn is Deep Purple zoekende naar het geluid dat er eind jaren zestig nog niet is. De muziek is stevig, maar nog geen hardrock. Al krijgen ook de covers een ferme fundering: Kentucky Woman van Neil Diamond. River Deep Mountain High van Phil Spector en bekend van Ike & Tina. Zelfs The Beatles komen voorbij. Love Help Me is een van de eigen composities van Deep Purple.
Met dank aan Willem Kamps
Andere actuele programmaberichten: