NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 4 augustus 22-23 u + ma 7 augustus 22-23 u (hh)

Kin Ping Meh – Good Time Gracie (1974)
Laura Lee – It’s How You Make It Good (1968)
T. Rex – Children Of The Revolution (1972)
Blue Magic – Three Ring Circus (1974)
Claude-Michel Schonberg – Quinze Ans (1975)
The Stone Poneys – Different Drum (1967)
James Last – Happy Luxemburg (1976)
Jackie Trent – On The Other Side Of The Tracks (1965)
Rockaway Boulevard – Boogie Man (1977)
Talk Talk – Tomorrow Started (1984)
The Elements – Imagination (1968)
First Choice – Gotta Get Away (From You Baby) (1976)
Merle Haggard – Workin’ Man Blues (1969)
George Martin Orchestra & B.J. Arnau – Fillet Of Soul (1973)
Frankie Avalon – Venus (1959)
Livin’ Blues – Boogie Woogie Woman (1974)

Talk Talk – Tomorrow Started:

Slechts vijf elpees in tien jaar tijd, waarvan de eerste heel veel van dezelfde New Wave-achtige middelmaat was. Slechts het titelnummer Talk Talk ontsteeg de saaie brij. Het laatste album kwam van een andere planeet: zó experimenteel, dat de gekozen naam van het album (Laughing Stock) wel moet getuigen van een vooruitziende blik. De tussenliggende albums daaraantegen zijn van uitzonderlijke hoge kwaliteit. Live bleken ze nog beter te zijn dan op de plaat.

Ik mag dan (volgens mijn vrouw) Oost-indisch doof zijn en een geheugen als gatenkaas hebben, maar qua muziek lijkt de bibliotheek in de bovenkamer nooit te falen. In 1984 was Talk Talk met een concertregistratie op de radio en dat heb ik toen op een cassettebandje gezet. ‘Even’ op zolder zoeken. Het was niet meer in geweldige staat, maar nog net goed genoeg om nog één keer te beluisteren voordat de laatste restjes van de magneetband afgetrokken werden. Een prima concert met een strak geluid met de nasale klanken van Mark Hollis, inclusief wellicht hun beste lied Tomorrow Started (op de voet gevolgd door My Foolish Friend overigens).

Merle Haggard – Workin’ Man Blues:

Zoals vele andere country-grootheden, die hun carrière in de ‘jaren zestig’ startte, was ook Merle Haggard niet onbekend met de binnenkant van een gevangenis. Net zoals Johnny Cash, Willie Nelson, Hank Williams Jr., George Jones en Steve Earle heeft deze onvrijwillige opsluiting hen inspiratie gegeven voor de meest fantastische liederen. Het leverde hen allen de naam ‘outlaw’ op.

Haggard heeft zijn voetsporen in de countrymuziek met 38 nummer 1-hits duidelijk achtergelaten, maar hij ging de controverse niet uit de weg. Hij was kwaad op de hippies en hun (drugs)cultuur, omdat ze oordeelden over en protesteerden tegen zaken waar ze geen weet van hadden, hetgeen hem een stempel van stijf rechts opleverde. Door de decennia heen heeft hij zijn mening hierover aangepast.  In een interview uit 2003 zegt hij het volgende: I had different views in the ’70s. As a human being, I’ve learned. I have more culture now. I was dumb as a rock when I wrote Okie From Muskogee (anti-hippie protestsong). That’s being honest with you at the moment, and a lot of things that I said then I sing with a different intention now. My views on marijuana have totally changed. I think we were brainwashed and I think anybody that doesn’t know that needs to get up and read and look around, get their own information. It’s a cooperative government project to make us think marijuana should be outlawed.

Workin’ Man Blues is één van zijn meest gecoverde liedjes, want hij was uit persoonlijke ervaring heel bekend met up-and-downs van het leven en de dagelijkse problemen van de arbeiders. Doorwerken, ongeacht! Hetzelfde deed ook hij met zijn muziek. In de gloriejaren bracht hij gemiddeld drie albums per jaar uit zonder dat de kwaliteit minder werd. Een muziekcriticus zei dat Haggard meer hits op één album kon krijgen dan menig muzikant zijn gehele leven kon componeren. Merle Haggard overleed op 6 april 2016 (zijn verjaardag) aan de gevolgen van een dubbele longontsteking.