NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 5 april 22-23 u + ma 8 april 22-23 u (hh)
The Beatles – Revolution (1968)
Sammy Davis Jr. – Chico And The Man (1976)
Rocky Burnette – Tired Of Toein’ The Line (1979)
The Buckinghams – Mercy, Mercy, Mercy (1967)
Dr. John – Right Place Wrong Time (1973)
Bobby Wilding – Since I’ve Been Wearin’ My Hair Like A Beatle (1964)
Ellen Foley – Stupid Girl (1979)
Limmie & The Family Cookin’ – A Walkin’ Miracle (1974)
Roy Hamilton – Midnight Town, Daybreak City (1963)
Tony Christie – Las Vegas (1970)
Spider – Rock ‘n’ Roll Forever Will Last (1982)
George Baker Selection – Tonight (1971)
Them – Dirty Old Man (1967)
Åse Kleveland – Intet Er Nytt Under Solen (1966)
Mark & Clark Band – When It Comes To Love (1977)
Cat Stevens – Blackness Of The Night (1967)
Jan Akkerman – Crackers (1977)
Jackie Wilson – That’s Why (I Love You So) (1959)
Dr. John – Right Place Wrong Time:
Mijn eerste kennismaking met Dr. John, The Night Tripper, was in 1973 toen hij met Right Place, Wrong Time zes weken in de Tipparade stond. De tweede keer was zijn gastoptreden bij het afscheid van The Band (The Last Waltz) met Such A Night. In mijn gedachten was hij toen al bejaard; althans zo klonk hij met zijn nasale zang. Right Place, Wrong Time was een combinatie van Blues en Funk en de tekst gaat over zijn leven: That was my life for a long time. At the same time I was in the wrong place at the right time, and the right place in the wrong time, too. That was the problem.
Mac Rebennack (bouwjaar 1941 in New Orleans) was toen al de dertig gepasseerd en had een muzikaal leven achter zich. In 1954 werd hij op 13 jarige leeftijd ontdekt door Blueszanger Professor Longhair en op zijn 16de was hij producer bij Ace Records en speelde hij als gitarist in diverse bandjes. Tot in 1960 een stuk van zijn linkerpink afgeschoten werd en hij in eerste instantie basgitaar ging spelen om uiteindelijk de piano als zijn instrument te kiezen. Drie jaar later kreeg hij een gevangenisstraf opgelegd vanwege handel in narcotica en het houden van een hoerenkast. In 1968 kwam de langverwachte doorbraak met het album Gris-Gris met I Walk On Guilded Splinters; een combinatie van psychedelica met New Orleans-R&B. In de jaren zeventig zou hij nog acht albums uitbrengen.
Jan Akkerman – Crackers:
Jan Akkerman heeft de langste carrière van alle Nederlandse musici en het einde is (gelukkig) nog niet in zicht.
In de Amsterdamse Jordaan geboren Jan (1946) kreeg op 5de al les op de klassieke gitaar. Schoollessen konden hem maar matig bekoren: Ik ben iemand die zich nooit onder het gezag van een ander heeft kunnen plaatsen. Ik doe gewoon wat ik zelf denk te moeten doen. Ik nam mijn gitaar stiekem mee naar school. Ik zorgde dat ik de klas werd uitgeschopt en dan ging ik naar de kaartenkast, waar ik mijn gitaar had verstopt om daar stilletjes te spelen. Op zijn 14de richtte – nadat hij in zijn eigen band The Friendships ervaring had opgedaan – Johnny & His Cellar Rockets op om vier jaar later de naam in de meer volwassen The Hunters te veranderen. Beide bands hebben een stevige hit met achtereenvolgens Exodus en Russian Spy And I.
Akkerman is eigenwijs en heeft een onbuigzaam karakter, maar is verschrikkelijk loyaal naar vrienden. Tegenwoordig zeggen we dat er een gebruiksaanwijzing bij moet zitten, maar een groot deel van zijn dwarsheid is terug te voeren op zijn slechte ervaringen met mensen, die royalties inpikten of hem wilden gebruiken of zakelijk uitbuitten. De kop gaat in de wind en de media was er als de kippen bij om hem als een moeilijke jongen af te schilderen. Ten tijde van Focus hadden zowel Thijs van Leer als hij buitengroepse activiteiten, die door het management gedoogd werden totdat hij tot beste gitarist van de wereld gekroond werd. Toen ik de titel van beste gitarist had verworven werd ik met dreigtelefoontjes uit studio-sessies gehaald bij Eric Clapton, The Beach Boys en Dave Mason. Op straffe van contractbreuk mocht ik niet met anderen samenspelen.
Na het vertrek bij Focus heeft hij in de jaren zeventig enkele hoogstandjes uitgebracht met Tabernakel, Eli (met Kaz Lux), (zijn allerbeste studioalbum in mijn oren) Jan Akkerman en Aranjuez (met Claus Ogerman). Vanaf de tachtiger jaren was het commercieel stil, terwijl hij een aantal schitterende albums gemaakt heeft met The Noise Of Art, Puccini’s Cafe en de live-registratie 10.000 Clowns On A Rainy Day; een bewijs dat een concert zonder zang een beleving kan zijn. In 1998 werkte hij mee aan Blues Root van Curtis Knight. De zang van de oude kompaan van Jimi Hendrix had duidelijk zijn beperkingen, maar het vingerwerk van Sam Mitchell en Akkerman behoort tot het allerbeste gitaarspel dat ooit op de plaat gezet is. Blind kopen! Inmiddels heeft hij meer dan 30 soloalbums uitgebracht.
Andere actuele programmaberichten: