NUGGETS – onbekende en vergeten goudklompjes uit de pophistorie, vrij 8 maart 22-23 u + ma 11 maart 22-23 u (hh)

In deze Nuggets staat het Popgala in de Vliegermolen in Voorburg van 9 en 10 maart 1973 centraal

Chi Coltrane – I Will Not Dance (1972)
Eagles – Outlaw Man (1973)
Ry Cooder – Money Honey (1972)
Slade – Take Me Bak ‘Ome (1972)
Livin’ Blues – Black Lisa (Poor Elijah) (1971)
Argent – God Gave Rock & Roll To You (1973)
Faces – Stay With Me (1973)
Gary Glitter – I Didn’t Know I Loved You (Till I Saw You Rock ‘n’ Roll) (1972)
Rory Gallagher – Laundromat (1972)
Supersister – Radio (1972)
The Who – My Generation (1970)

Faces – Stay With Me:

Faces hebben tussen 1970 en 1974 vier studioalbums en één livealbum uitgebracht, maar officeus waren ze mede verantwoordelijk voor alle drie soloalbums van Rod the Mod vanaf 1970 tot Atlantic Crossing (1975).  Maar omdat Faces en Rod Stewart bij verschillende platenlabels onder contract stonden werd de bijdrage van Faces in die jaren niet of nauwelijks erkend. Deze albums waren een voorbeeld van de beste rock in de beginjaren zeventig. De band is in in 1969 opgericht door de resterende leden van Small Faces na het vertrek van Steve Marriott naar Humble Pie: Ian McLagan (keyboards), Ronnie Lane (bas), Kenny Jones (drums) aangevuld met Ron Wood en Rod Stewart van de Jeff Beck Group.

Faces is min of meer onderschat. Ze waren een geweldige liveband, maar qua verkoopresultaten viel het toch wel wat tegen. Hun grootste hit is Stay With Me dat geen moment verveeld en eigenlijk hoog in de jaarlijsten zou moeten staan. Het lied werd onder andere in oktober 1971 bij de BBC (Sounds for Saturday) live gespeeld. En voor alle liefhebbers van pure rock van één van de beste bands uit de begin jaren zeventig is dit nummer (gelukkig) opgenomen op de box set Five Guys Walk Into A Bar. Verplichte kost en één van mijn keuzealbums die mee zouden gaan naar een onbewoond eiland.

Supersister – Radio:

Enige gelijkenis met Soft Machine dringt zich automatisch op. Behalve dat hun albums heerlijk experimenteel waren, was hun tweede album To The Highest Bidder tevens de definitieve doorbraak voor deze Haagse band. What else, zeg ik als Hagenees. Als jonge band moest Supersister vaak ‘s nachts opnemen aangezien de studio’s overdag doorgaans gekaapt werden door bekendere, hitgevoeligere artiesten.

Nederland had al kennis genomen van de band – die ooit als Sweet O.K. Supersister in 1968  begon – met het album Present From Nancy, de hit She Was Naked en een optreden op Pinkpop én het Nederlandse Woodstock-festival in Kralingen. Ook in het buitenland waren ze zeer gecharmeerd van Supersister, want BBC-DJ John Peel bracht het album in Engeland op zijn eigen label uit. Het derde album heeft de internationale naam Pudding En Gisteren gekregen en leverde een kleine hit met Radio waar het steenkolenengels van de zanger bijna legendarisch te noemen is.

Ook anno 2019 klinkt de muziek nog steeds fris en zelfs de altijd zelfkritische toetsenist Robert-Jan Stips kijkt met een tevreden gevoel terug. Muziek met een lange levensduur, die nog steeds intrigeert. De band Camel heeft ooit eens het nummer Supertwister opgenomen als eerbetoon en hebben Stips vroeger eens gevraagd met hen te komen spelen. Is er nooit van gekomen. Supersister bestond verder uit Sacha van Geest (fluit), Ron van Eck (bas) en Marco Vrolijk (drums), terzijde gestaan door producer Hans Oosterhout. In 1975 was de koek op, maar in 2000 zijn de heren nog een keertje samengekomen voor een reünieconcert. Behalve Vrolijk en Stips zijn de anderen helaas overleden.