NUGGETS – zoektocht naar onbekende goudklompjes uit de pophistorie, vrij 14 april 22-23 u + ma 17 april 22-23 u (hh)
Shabby Tiger – Slow Down (1975)
The Crusaders – Put It Where You Want It (1971)
The Troggs – Give It To Me (1966)
Firefall – Cinderella (1976)
Agnetha – Den Jag Väntat På (1968)
Specs Hildebrand – Kiss Of The Keys (1975)
Cat Stevens – Kitty (1967)
Frank Zappa – Road Ladies (1970)
Danielle Licari – Concerto Pour Une Voix (1969)
Listen – All Your Rock And Roll Is Dead (1973)
Gordon Lightfoot – I’m Not Saying/Ribbon Of Darkness (1965)
Hearts Of Stone – It’s A Lonesome Road (1970)
Solution – It’s Only Just Begun (1980)
Freddie King – Have You Ever Loved A Woman (1961)
Geoff Love – Alias Smith And Jones (1971)
Carl Wayne – Way Back In The Fifties (1975)
Specs Hildebrand – Kiss Of The Keys:
Soms lijkt dat wat van ver komt beter en lekkerder. In vissersjargon, soms lijkt kaviaar lekkerder dan paling. Maar schijn bedriegt! Een vreemde vis in de bijt is Theo van Scherpenseel; van geboorte geen Volendammer, maar hij woont er al jaren. Na het verlaten van de popgroep Jen Rog in 1975 kwam zijn boezemvriend (en popjournalist) Jip Golsteijn met de artiestennaam Specs Hildebrand; een karikatuur uit de Bob Evers-jeugdboeken. Beiden waren ook gek van Hank Williams en hebben menige nacht doorgehaald met zijn muziek.
Zijn eerste soloalbum File Under Popular is in zijn geheel geschreven en gecomponeerd door Jip Golsteijn en Ton de Zeeuw (beiden Telegraaf) met de lokale minihit Manuel. De afsluiter van het album is Kiss Of The Keys. De muziek werd door de critici omschreven als ‘te country voor rock (pop)’ en ‘te rock voor country’. Voor Hilversum indertijd een prima smoes om zijn platen zelden of nooit te draaien. De country scene in Nederland was/is dermate conservatief dat de belangstelling vanuit die hoek ook miniem was.
Vanaf 1984 gingen Specs en Jip samen verder, maar het vroegtijdige overlijden van Golsteijn in 2002 was een dreun voor Specs. Pas in 2006 én met de hulp van vrienden Jan Akkerman en Piet Veerman komt hij met overgebleven materiaal op A Wink At The Moon; een eerbetoon aan het schrijftalent van Golsteijn. De cirkel was rond, mijn platencarrière zat erop, vertelde Specs in een interview. Dat laatste bleek niet correct, want in 2010 – in een vlaag van overmoed – vertelde hij nog wel een akoestische plaat te willen maken. Die kwam er ook: Outsider is een meesterwerk.
Frank Zappa – Road Ladies:
Onderweg. Op (rond)reis. Omringd door mensen en toch alleen. Je vraagt jezelf af hoe dit mogelijk is, maar er zijn beroepen waar dit eerder regel dan uitzondering is. Muzikant, natuurlijk. Of reisleider. Vele weken zonder vrije dagen en route. Op weg naar de volgende stad of bezienswaardigheid. Don’t it ever get lonesome? Lonesome ain’t the word. Don’t it ever get sad when you go out on a thirty day tour?
In mijn jonge jaren ben ik reisleider geweest en trok met 100-150 Amerikanen door Europa. ‘Alumnis’ is de correcte term voor deze gezelschappen, want allen hadden via hun oude universiteit geboekt om op deze wijze als groep van gelijkgestemden de oude wereld te ontdekken. En de reisleider moest met behulp van lokale gidsen zorgen dat alles in goede banen bleef. ’s Ochtends als eerste op om het ontbijt te controleren en de zaken van de dag voor te bereiden, en ’s avonds (met enig fortuin) om half elf in het mandje. Het moge duidelijk zijn dat er (te) weinig tijd was voor de geneugten des levens. Vleselijke contacten waren beperkt tot het personeel in het plaatselijke hotel of de aantrekkelijke gidse, maar het moest allemaal onder het radar van de gasten. De president-directeur van het bedrijf wilde een maximale uitstraling van professionalisme en dus werden we geacht als monniken te leven.
Frank Zappa heeft deze wijze van leven perfect omschreven in Road Ladies. Oké, hij gooit er nog een overdraagbare ziekte bij in, maar hij slaat de spijker op de kop. Zakken met vuile was en (met mijn welgemeende excuses) ‘road ladies’. Het lied komt van het album Chunga’s Revenge en was de eerste met zangers en saxofonisten Mark Volman en Howard Kaylan als de Phlorescent Leech & Eddie, en markeerde een verschuiving naar theatrale satire. Volman en Kaylan kwamen van The Turtles, waar ze medio jaren zestig diverse hits hadden.
Op 4 december 1971 gaven ze een concert in Montreux, toen een toeschouwer een vuurpijl afstak en het casino in brand stak. Een gebeurtenis die onsterfelijk gemaakt is in Deep Purple’s Smoke On The Water. US$ 50.000 aan instrumenten en materiaal ging verloren en met geleende instrumenten gaven ze een week later een concert in Londen. Tijdens de toegift werd Frank Zappa door een toeschouwer in de orkestbak op de betonvloer geduwd met als gevolg dat hij meerdere botbreuken, hoofdwonden en verwondingen aan zijn rug, benen en nek had, alsmede een gebroken strottenhoofd. Pas in september 1972 gaf hij pas weer een concert, maar wel met een ondersteunende beugel voor een been en met een stem die een derde lager was. In de tussentijd konden de bandleden niets doen, zodat Volman en Kaylan besloten als Flo & Eddie hun eigen weg te gaan.
Andere actuele programmaberichten: