NUGGETS – zoektocht naar onbekende goudklompjes uit de pophistorie, vrij 7 april 22-23 u + ma 10 april 22-23 u (hh)
Deze week las ik een column van de snor uit Grollo over het feit dat er geen popmuseum in Den Haag is. Hij heeft helemaal gelijk, want in de jaren zestig en zeventig was Den Haag het Liverpool van de Lage Landen. Op een gegeven moment waren er circa 2.000 bandjes en zangers actief, waarvan een kwart professioneel aan de weg timmerden.
Maar dit is niet de eerste blunder van de gemeente.
Sinds 1989 organiseerde men de Haagse Koninginnenach, want Trix had residentie in het hofje. Er traden leuke bands op en gaandeweg kwamen ook grote Bluesnamen. Toegegeven, het festival in het centrum was voornamelijk op de oudere jongeren gericht, maar de sfeer was gemoedelijk en de aanwezigen genoten van de muziek. Tot men in 1998 besloot dat er ook iets voor de jongeren moest komen. Nu hadden die al diverse festivals, feestjes en uitgaansmogelijkheden, maar Anouk was ‘hot’ en zou de boel wel even opleuken. Ik was aanwezig en zag al vroeg dat het fout zou gaan. Problemen met de grote hoeveelheid (vaak dronken) jongeren, duwen en trekken en agressie voor het podium en dus besloot de politie het muziekfeest te stoppen omdat de veiligheid van het publiek niet langer kon garanderen. Een wijze les zou je zeggen, maar nee. Gewoon doorgaan met als gevolg dat bijvoorbeeld in 2001 Kaz Lux (ex-Brainbox) door Krezip gevolgd zou worden op hetzelfde plein. Tijdens het concert kwamen de jongeren schreeuwend en gillend het plein op en verstoorden de sfeer. Wat ook niet hielp was dat ze van een bekend biermerk allemaal hoge hoeden hadden gekregen en dus de meeste kijkers het zicht ontnamen. En wanneer je dan vroeg of ze dat konden afzetten kreeg je een grote bek. Ik en velen zijn nooit meer terug gegaan.
Sinds 1976 was er het driedaagse North Sea Jazz Festival dat uitgroeide tot een megafestijn dat fantastische artiesten en veel buitenlanders aantrok. Op het hoogtepunt waren er 25.000 bezoekers per dag. Mooie reclame voor Den Haag en goed voor het toerisme. In 2006 moest het festival naar Rotterdam verhuizen, omdat een gedeelte van het Haagse World Forum Convention Center afgebroken was. Regeren is vooruit zien, zou je zeggen. De plannen waren al heel lang bekend, dus zorg voor een andere geschikte locatie en houdt dit festival dat Den Haag wereldwijd op de kaart zette vast.
Het Popmuseum RockArt – dat al 23 jaar in Hoek van Holland gevestigd is en daar volledig uit hun jas gegroeid zijn – praat al sinds 2017 over de mogelijke verhuizing naar Den Haag. Vriend en vijand zijn het erover eens dat het daar eigenlijk thuishoort, maar het (b)lijkt trekken aan een dood paard. In 2016 werd nog wel een motie aangenomen waarin het Haagse college gevraagd werd om met een voorstel te komen. De verhuizing van RockArt naar Den Haag werd ook opgenomen in het Haagse coalitieakkoord. Maar sindsdien heeft de gemeente nog steeds geen definitief antwoord gegeven. Inmiddels zijn er gesprekken gaande met Almere, Den Bosch, (wederom) Rotterdam en Zoetermeer.
Als Hagenees ben ik verheugd dat de rockumentaire Rock City, The Life We Live is gemaakt. Een schitterend relaas over mannen die het verdommen achter de geraniums te gaan zitten. Kap nâh. En terecht, want de heren maken nog steeds kwaliteitsmuziek vanuit hun hart. Maar in Hilversum telt leeftijd kennelijk wel, want oude zakken krijgen geen of bijzonder weinig aandacht en worden niet gedraaid. Past niet bij de doelgroep is het lamme excuus. De reden voor de film is echter een treurige: het idee ontstond na het overlijden van Willy Wissink (in 2013) van de band Willy & His Giants. Filmmaker Will Wissink’s vader is altijd met muziek bezig gebleven, maar hoe zat dat met de andere grootheden uit die tijd? Waar zijn die nu mee bezig? Hoe staan ze vandaag de dag in het leven? En dus vroeg hij het een aantal actieve senioren van de Haagse scene: Rudy Bennett (The Motions), Peter Vink (Q65), Hans Vandenburg (Gruppo Sportivo) en Nicko Christiansen (Livin’ Blues).
En dus houden we het deze Nuggets plat Haags. Een eerbetoon aan de popmuziek uit de muziekhoofdstad. Ik bied vooraf alle zangers en bands die niet aan bod komen mijn excuses aan, maar er kan maar zoveel in een uur.
Golden Earring – My Town (1980)
Willy & His Giants – Ajoen, Ajoen (1963)
Livin’ Blues – When The Sun Goes Down (1970)
Rudy Bennett – I’m So Proud (1968)
Q’65 – Sexy Legs (1970)
Gruppo Sportivo – Beep Beep Love (1977)
De Clicheemannetjes – Lekker Legbad (1966)
Rogier Van Otterloo – Soldaat Van Oranje (1977)
Hu & The Hilltops – Let It Ride (1966)
Earth & Fire – 78th Avenue (1977)
Fun Of It – Silly Baby (1966)
Mailer Mackenzie Band – Red Rover (1970)
The Nicols – Gotta Go (1969)
Supersister – Radio (1972)
Sandy Coast – I’m A Fool (1966)
Shocking Blue – Hello Darkness (1970)
Group 1850 – Dream Of The Future (1969)
Urban Heroes – Habadabariwikidi (The Love Hopper) (1981)
Smyle – It’s Gonna Be Alright (1972)
Gruppo Sportivo – Beep Beep Love:
Hagenezen zijn er raar volkje; Hagenaars trouwens ook. Het verschil? Vroegâh was er sprake van een scheiding tussen arm en rijk, figuurlijk en letterlijk. De éné helft van Den Haag is gebouwd op zandduinen en de andere helft op veen. De scheidslijn is de Laan van Meerdervoort. De rijken (Hagenaars) woonden op het zand en de armen (Hagenezen) op het veen. Echter, na de Tweede Wereldoorlog kwam hier een einde aan vanwege de wederopbouw en moesten de ‘kâhwe-kakkâhs’ (elite) en de ‘proowleten’ (plebs) vaak dezelfde portiekflat delen. Met het ontstaan van de middenklasse is de tegenstelling verdwenen. Maar deze scheiding betekent wel dat Wilhelmina en Juliana op het veen geboren zijn (paleis Noordeinde) en indien zij toch adelijk zijn ben ik het ook een beetje. Ik ben namelijk opgegroeid in de Pieterstraat vlak achter de paleistuinen. Wilt u mij voortaan dus met enige egards bejegenen? Overigens zijn in de tegenwoordige volksmond Hagenaars import en de Hagenezen authentieke Hofstadbewoners.
Terug naar het begin….Hagenezen nemen geen blad voor de mond, kankeren er lustig op los en zijn dol op humor en grapjes. Ze hebben ook een enorm arsenaal aan scheldwoorden met vaak meerdere woorden voor hetzelfde onderwerp. Het is aandoenlijk om buitenstaanders een poging te horen wagen de lokale vocabulaire eigen te maken. Bovendien spreken we de ‘T’ aan het einde van een woord niet uit. Een taalgrapje? Vooruit dan maar! Op H.S. (= Hollands Spoor) staat een verkoper worstwaren luidkeels aan te prijzen. Broâdjuh wôhs(t) … lekkeâhre broâdjus wôhs(t). Komt een man langs lopen en die vraagt: Meneer kan zeker geen ‘T’ uitspreken? Jawel hoâh vuile teâhringlèeâh.
Ras-Hagenees Hans V. deed het subtieler dan mijn geforceerde poging. Met zijn Gruppo Sportivo maakt hij in 1977 Beep Beep Love. In die tijd werd het woordje neuken op radio en televisie steevast vervangen door een biepje. Moet ik het nog uitleggen? Vooruit dan maar: Beep Beep Love is dus fuck fuck love en het grappige was dat niemand het door had en de single gewoon overal te horen was, terwijl Hans figuurlijk zijn middelvinger opstak. Gewoon lekker eigenwijs en spottend met het muziekestablishment. Beep You.
Urban Heroes – Habadabariwikidi (The Love Hopper):
Eind 1978 was Ska in Nederland op sterven na dood. De langzamere vorm – Reggae – scoorde (sporadisch) nog wel in de vaderlandse poplijsten met Dillinger, Musical Youth, Bob Marley, Peter Tosh en Third World. In Engeland zorgen blanke gasten voor een revival van de skamuziek: The Specials, The Beat, Bad Manners en natuurlijk Madness. Een Nederlands antwoord kwam er eigenlijk niet; pas in 1981 ging Nederland overstag op de tonen van Doe Maar. Vier jaar lang zou alles wat ze aanraakten in goud veranderen, maar de vele aandacht brak de groep uiteindelijk letterlijk en figuurlijk op.
Maar in 1980 hadden het Haagse Urban Heroes al een Ska-hitje met Get It en Not Another World War, alhoewel de laatste meer weg had van een lied van The Police. Het bijbehorende album wordt goed ontvangen, zelfs in Amerika schrijven critici lovend over de Urban Heroes. De opvolger in juni 1981 werd het grootste en bekendste: Habadaba Riwikidi (bijgenaamd The Love Hopper). Helaas zullen de vele personeelswisselingen een definitieve doorbraak verhinderen. Een aantal leden formeren nog de groep Boom Boom Mancini en scoren een minihitje met Red Skies, maar hierna was het – commercieel gezien – over.
Desalniettemin is Urban Heroes de band die het meest op Parkpop heeft gestaan: vijf keer (plus een keer op Maliepop; de voorloper van Parkpop). Zanger Evert Nieuwstede: wij combineerden een scala aan stijlen: rock, ska, jazz, reggae, blues, punk en pop. Dit was bijzonder en tevens kenmerkend voor Den Haag als muziekstad, want de stad was en is nog steeds de meest brutale popstad van Nederland. De lokale muziekscene is vernieuwend en innovatief.
Andere actuele programmaberichten: